Gokautomaat plaatsen
Wilt u een gokautomaat in uw horecabedrijf plaatsen? Vraag dan een aanwezigheidsvergunning aan bij de gemeente. Dat doet u via DigiD.
Een gokautomaat, zoals een fruitautomaat, is een kansspelautomaat. Als u een kansspelautomaat wilt plaatsen, heeft u een vergunning nodig. Deze vergunning heet een aanwezigheidsvergunning. Voor een behendigheidsautomaat, zoals een flipperkast, is geen aanwezigheidsvergunning nodig.
De gemeente maakt een verschil tussen ‘hoogdrempelige’ en ‘laagdrempelige’ inrichtingen:
- Hoogdrempelige inrichtingen zijn bijvoorbeeld cafés, bars en nachtclubs. Dit zijn plaatsen die niet zijn bedoeld voor mensen onder de 18. Deze bedrijven mogen maximaal 2 kansspelautomaten hebben.
- Laagdrempelige inrichtingen zijn bijvoorbeeld snackbars en kantines. Hier komen ook personen onder de 18 jaar. Deze bedrijven mogen alleen behendigheidsautomaten hebben (dus geen kansspelautomaten).
Naast de aanwezigheidsvergunning is er ook een exploitatievergunning. De eigenaar van de kansspelautomaat of de behendigheidsautomaat moet een exploitatievergunning hebben. De eigenaar vraagt deze aan bij de Kansspelautoriteit. De meeste horecagelegenheden zijn niet de eigenaar van de automaten. Zij kunnen bij de Kansspelautoriteit controleren of de eigenaar een exploitatievergunning heeft.
Als u een speelautomatenhal wilt beginnen, heeft u daarvoor toestemming nodig van de gemeente.
De voorwaarden voor een aanwezigheidsvergunning zijn onder andere:
- U heeft een alcoholvergunning (vroeger heette dit een drank- en horecavergunning).
- U heeft beleid dat gokverslaving voorkomt.
- De eigenaar van de speelautomaat heeft een exploitatievergunning van de Kansspelautoriteit.
- De Kansspelautoriteit heeft de speelautomaat goedgekeurd. Dit kunt u zien aan het merkteken: een sticker van de Kansspelautoriteit op de automaat.
De gemeente beslist binnen 8 weken na ontvangst van uw aanvraag. Deze termijn mag de gemeente eenmaal verlengen.
U kunt bezwaar maken tegen de beslissing op uw aanvraag. Doe dit binnen 6 weken. Bent u het daarna niet eens met de uitspraak op het bezwaarschrift? Teken dan beroep aan bij de rechtbank.
Als u een aanvraag of melding doet, heeft de gemeente uw persoonsgegevens nodig. De gemeente behandelt uw persoonsgegevens zorgvuldig. In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat hoe de gemeente met uw persoonsgegevens moet omgaan.
De belangrijkste regels zijn:
- De gemeente vraagt alleen om gegevens die nodig zijn voor het afhandelen van uw aanvraag of melding. De gemeente vraagt niet om andere gegevens.
- De gemeente gebruikt uw gegevens alleen voor het verwerken van uw aanvraag, melding of voor iets wat daar direct mee te maken heeft.
- De gemeente bewaart uw persoonsgegevens niet langer dan nodig is.
- De gemeente zorgt ervoor dat uw persoonsgegevens veilig zijn.
- Alleen mensen die uw gegevens nodig hebben voor hun werk kunnen ze bekijken.
- Andere organisaties krijgen uw gegevens alleen als dit wettelijk verplicht is.
- Als u hierom vraagt, dan vertelt de gemeente u:
- welke gegevens de gemeente over u heeft
- waarvoor deze gegevens nodig zijn
- wat er met uw gegevens gebeurt.
- Kloppen uw gegevens niet? Dan kunt u de gemeente vragen om ze te corrigeren.