Toespraak 4 mei burgemeester Joyce Langenacker

Herdenking 4 mei 2023

‘Het is oorlog’. 83 jaar geleden werden die vreselijke woorden in ons land uitgesproken. Mensen hoorden de woorden, maar wisten nog niet wat het zou betekenen. Wisten nog niet hoeveel slachtoffers die oorlog zou eisen. Wisten nog niet hoelang de verschrikkingen en gruwelijkheden zouden duren. Wisten nog niet dat een oorlog nooit echt verdwijnt uit een leven. Wisten nog zoveel niet……..

‘Het is oorlog’. in drie woorden wordt de wereld van duizenden, honderdduizenden, miljoenen op zijn kop gezet. ‘Het is oorlog’, ieder jaar weer hopen we dat die drie woorden nooit meer gezegd hoeven worden. Toch is er ieder jaar ergens oorlog. Soms naast de deur, soms heel ver weg. Dan hoor je de woorden net iets minder goed. En soms kun je zelfs net doen alsof je niks hebt gehoord. Op dit moment woedt er oorlog, niet alleen in Oekraïne maar ook in Afghanistan, Democratische Republiek Congo, Ethiopië, Jemen, Myanmar, Nigeria, Somalië, Syrië, Venezuela en Zuid Soedan. 

Ook daar wisten en weten mensen niet wat hun zal overkomen en velen ontvluchten het onvoorspelbare oorlogsgeweld. Veilig in onze opvanglocaties in Duivendrecht en Ouderkerk aan de Amstel horen we opnieuw de verhalen over de verwoestende impact van: ‘het is oorlog’. In mei 1940 ging ‘het is oorlog’ over ons land. Oorlog in onze eigen steden en straten en voor onze eigen deur. Sommigen dachten dat het mee zou vallen. Anderen realiseerden zich meteen welke ellende die oorlog voor ons land zou brengen. Sommigen kwamen in verzet, anderen kozen voor aansluiting
bij de bezetter, sommigen doken op tijd onder, anderen vluchtten, maar vooral vonden velen de dood.

‘Het is oorlog’. Na 83 jaar herinnert slechts een enkeling zich hoe die woorden ‘live’ klonken op de radio. 

De oorlog duurde vijf jaren lang tot het moment van vrijheid op 5 mei 1945. Maar hoeveel feest er ook werd gevierd, hoe warm de vrijheid ook werd onthaald, in menig huis bleef een stukje oorlog achter. Als een onwelkome, maar altijd aanwezige gast.

In de 78 jaar daarna hebben we deze gast steeds beter leren kennen. Hebben we geleerd over leven met oorlog. Hoe oorlog generaties lang blijft wonen in een familie en zijn stempel drukt op kinderen en kleinkinderen. Leven met oorlog gaat over ‘survivors guilt’. Zo treffend beschreven door Natascha van Weezel, journaliste, filmmaker en auteur, in de jaarthematekst over haar grootouders:
Ze dachten nog elke dag aan hun vermoorde familieleden en hadden (vermoed ik) last van survivor’s guilt. De moeder van mijn vader zei soms letterlijk dat ze haar hadden moeten ‘pakken’ in plaats van haar zus. Ook merkte ik dat ze nachtmerries hadden als ik bij hen logeerde. De oorlog lag al decennia achter hen, maar de wereld zouden ze nooit meer vertrouwen. En ik, hun kleindochter, pikte dat op.

Leven met oorlog gaat over gebukt gaan onder of getroffen worden door het verhaal van een NSB-er, omdat het je opa, moeder of oom was. Lenie Degen (‘Wat een eer, dank je wel. Je mag ook zeggen dat ik mij meer uitspreek en zelfs vanavond st. Werkgroep herkenning vertegenwoordig op de dam en in de Nieuwe Kerk! Vanuit zwijgen, schaamte naar meer Uitspreken en naar buiten toe treden’, Lenie Degen.) uit Duivendrecht doorbrak het stilzwijgen over haar grootvader en schreef het boek ‘Versteende stilte’ . Over het moment waarop zij zich realiseerde hoe haar ‘foute’ grootvader altijd buiten de familie had gestaan zegt ze: ‘Ik schrok en voelde een soort van schaamte en een brok in mijn keel.’ 

Ook bij mij thuis was de oorlog een bekende gast. Mijn vader werd in de oorlog te werk gesteld in de mijnen in Duitsland. Hij had een engeltje op zijn schouder toen hij, tijdens een bombardement, waarbij bijna iedereen omkwam, als enige overleefde. Hij overleed voor mijn geboorte, slechts 45 jaar oud was hij. Ook mijn neef groeide na de tweede wereldoorlog op zonder vader. Ook hij dacht dat zijn vader was overleden, maar toen hij veertig was ontdekte hij dat zijn vader een Duitse militair was geweest. Een familietaboe waar niet over gesproken werd. 

Leven met oorlog is ook leven met gebeurtenissen die nabestaanden nooit meer loslaten, in de Kloosterstraat in Duivendrecht werd een 30-jarige vader van twee jonge kinderen op klaarlichte dag doodgeschoten. Het slaat voor altijd een diep gat van verdriet in de familie. De moeder van Marjan uit Ouderkerk, moest tijdens haar zwangerschap wegduiken voor bombarderende vliegtuigen. Als kind was Marjan doodsbang voor het geluid van vliegtuigen en  ze kruipt jarenlang onder de dekens om het geluid maar niet te horen. De angst om niet heelhuids thuis te komen onbewust opgepikt van haar moeder.

Op 4 mei 1942 moesten de joden in Ouder-Amstel ‘evacueren’, handbagage mochten ze meenemen, maar geld, waardevolle papieren en sieraden dienden ze achter te laten. Ook alle meubels moesten achterblijven. De veldwachters en de Marechaussee controleerden de woningen, verzegelden ze en leverden de sleutel in op het politiebureau of bij de burgemeester. 60 personen moesten Ouder-Amstel verlaten, 40 van hen kwamen om in kampen, vooral Sobibor en Auschwitz. Zij woonden in huizen waarvan er velen nog altijd staan, ze liepen over wegen waarover wij nog altijd gaan. Maar kwamen nooit meer terug. 

Leven met oorlog. Het laat ons zien hoe kwetsbaar onze vrijheid is. Hoe op een gewone dag die vrijheid zomaar voor onze ogen uiteen kan spatten. Het laat ons beseffen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Laten we onze doden eren en onze vrijheid, zo’n kostbaar bezit, koesteren opdat we ‘het is oorlog’ nooit meer hoeven horen. 

Graag sluit ik af met het gedicht van Rutger Kopland (1934-2012) uit: Tot het ons loslaat (1997).

Oorlog

Terwijl het verhaal wil dat het verteld en
voorbij is – maar het breekt af
zeker, het is mij verteld en verteld
maar nog
ik zie die grijze beduimelde foto
maar nog is het gras weer groener dan gras
en de bloesems weer witter dan bloesem
in die grijze tuin moet het oorlog zijn geweest
in die man, in die vrouw, dat kind
in dat grijze gras onder die grijs bloeiende boom
het is mij verteld en verteld hoe zij daar
hadden moeten verdwijnen, worden weggevoerd
in de goederentreinen, nooit terugkomen
terwijl het verhaal wil dat het verteld en
voorbij is – maar het breekt af
zeker, het is mij verteld en verteld
hoe vrede wederkeerde
maar nog is er geen andere foto dan deze
waarin het nog moet